Inwendige ziekte

Onder de inwendige ziekten vallen ziekten van de organen zoals nieren, schildklier en blaas. Maar ook stofwisselingsziekten en hormonale ziekten zoals suikerziekte vallen hieronder. Niet zelden kunnen deze ziekten een chronisch karakter krijgen waardoor een regelmatige controle van de patiënt en goed overleg met de eigenaar erg belangrijk zijn.

  • Endocrinologie
  • Nefrologie
  • Hypertensie
  • Lage urinewegen
  • Voeding
  • Laboratorium

Endocrinologie

Veel voorkomende hormonale ziekten bij de kat zijn suikerziekte en een te snel werkende schildklier. Vanwege het vaak chronische karakter is een uitgebreide voorlichting aan de eigenaar essentieel. Daarom ontvangt de eigenaar ook schriftelijke uitleg over het ziektebeeld.

In het geval van suikerziekte bestaat de behandeling in eerste instantie in het geven van insuline. Om een eigenaar te leren prikken wordt, alvorens begonnen wordt met de therapie, samen met de eigenaar het prikken geoefend. Regelmatige bloedcontroles zijn nodig om de kat goed in te stellen. Tevens kan een dieetverandering gewenst zijn.

Een te snel werkende schildklier komt met name voor bij de wat oudere kat. Omdat er meerdere behandelopties zijn zullen deze met de eigenaar besproken worden. Welke behandeling gekozen wordt kan afhangen van de leeftijd van de kat en de wens van de eigenaar.

Nefrologie

Nierproblemen komen regelmatig voor bij de kat. Aanvankelijk zijn de symptomen wat onduidelijk zoals bijvoorbeeld meer drinken. Naarmate het ziektebeeld verergert zal de kat zich zieker gaan tonen door bijvoorbeeld minder te eten, zich minder te wassen en andere verschijnselen zoals braken. Wanneer een nierprobleem vroegtijdig onderkend wordt kan met medicatie en aangepast voer in veel gevallen de progressie van het ziektebeeld vertraagd worden.

Bloedonderzoek is essentieel om een nierprobleem vast te stellen. Verder hebben katten met een nierprobleem niet zelden een te hoge bloeddruk. Het is daarom verstandig de bloeddruk te meten. Tevens kan met een echo van de nieren beoordeeld worden of de nieren er normaal uitzien. Eventueel kan een biopt genomen worden om een definitieve diagnose te krijgen.

Hypertensie

Een te hoge bloeddruk komt waarschijnlijk meer voor dan gedacht. De laatste jaren is het meten van de bloeddruk een steeds gangbaarder onderzoek geworden. Tijdens het meten van de bloeddruk krijgt de kat een manchet om de poot of staart. Vervolgens doet het apparaat de rest.

Een te hoge bloeddruk komt voor bij bepaalde ziektebeelden zoals hyperthyreoïdie, suikerziekte, nieraandoeningen en hartaandoeningen. Maar ook zonder een ander ziektebeeld kan een te hoge bloeddruk voorkomen. Wij adviseren om katten van twaalf jaar en ouder eenmaal per jaar de bloeddruk te laten controleren.

Lage urinewegen

Problemen van de lage urinewegen betreffen met name blaasontstekingen. Bij katten zijn deze zelden bacterieel van aard. In sommige gevallen komen blaassten of blaasgruis voor. Wanneer het een kater betreft bestaat het risico van verstopt raken (de bekende plaskater).

Omdat de plasbuis van een kater in tegenstelling tot de plasbuis van een poes taps toeloopt komen plasbuisverstoppingen eigenlijk alleen bij de kater voor. De kans dat een plasbuis van een poes verstopt raakt is zeer klein.

Katten met een blaasontsteking gaan veel naar de bak. Wanneer een kater niet kan plassen zullen pijnklachten steeds duidelijker zichtbaar worden. Tevens valt op dat de kater wel pogingen doet maar geen urine in de bak produceert. Omdat een verstopping levensbedreigend is dient in het geval van een verdenking meteen contact met de praktijk opgenomen te worden. 

In het geval van blaasgruis zal een speciaal dieet noodzakelijk zijn om de kans op vorming van nieuw blaasgruis te verkleinen. Deze diëten zijn niet in dierenwinkels te koop.

Voeding

Goede voeding is van levensbelang. Met name voor katten met bepaalde aandoeningen is een dieet heel belangrijk. Voor katten met een nierfalen, suikerziekte en voedselallergie bijvoorbeeld gelden strenge voedingseisen.

Ons voedingsassortiment is ingesteld op de behoefte van de individuele kat. Dat maakt het mogelijk voor iedere patiënt een optimaal dieet voor te schrijven. Hierbij worden de nieuwste wetenschappelijke inzichten gevolgd zodat het voedingsadvies te allen tijde up-to-date blijft.

Laboratorium

Moderne laboratoriumapparatuur stelt ons in staat zelf aanvullend onderzoek te doen. Om de betrouwbaarheid van de apparatuur te kunnen blijven garanderen worden de bloedanalyseapparaten met regelmaat gecontroleerd. 

Aanvullende laboratoriumdiagnostiek is vaak een vereiste om een ziekte te kunnen diagnosticeren. Dit kan ontlastingsonderzoek zijn, maar ook urine- of bloedonderzoek. Daarnaast kunnen cellen van aangeprikte bulten in het eigen laboratorium onderzocht worden.

Terug naar Kat