Tandheelkunde

  • Cariës (gaatjes) komen bij de hond ook voor. Kleine gaatjes kunnen gevuld worden. Bij ernstige aantasting van het element kan extractie de voorkeur hebben.

    Oorzaak van ontsteking van tandvlees en steunweefsel is het ontstaan van tandplak. Tandplak bestaat uit een dunne laag van componenten uit speeksel samen met bacteriën. Plak heeft dezelfde kleur als de tanden en kiezen en is nagenoeg niet zichtbaar. Vorming van tandplak vindt voortdurend plaats en begint aan rand van het tandvlees. De bacteriën irriteren het tandvlees en veroorzaken een ontsteking. Als de plak niet verwijderd wordt ontstaat er tandsteen. Door het speeksel kunnen er namelijk verkalkingen in de tandplak optreden en dit lijdt tot vorming van tandsteen. Tandsteen op zijn beurt is door het ruwe oppervlakte weer een goede schuilplaats voor bacteriën. 

    De ontsteking in het tandvlees zal zich voortzetten en vervolgens ook het steunweefsel van de tanden en kiezen aantasten. Voortschrijding van het proces kan leiden tot ontsteking van de wortels en het omliggende bot. Uiteindelijk zullen de gebitselementen los komen te zitten en kunnen ze er uitvallen.

  • Het is verstandig het gebit van uw hond jaarlijks te laten controleren. In principe gebeurt dit tijdens de jaarlijkse gezondheidscontrole en vaccinatie. Door het gebit jaarlijks te controleren worden eventuele problemen sneller onderkend. Last van het gebit wordt over het algemeen slecht aangegeven door de hond. In de meeste gevallen blijven ze gewoon eten.

    Een gebitsbehandeling is noodzakelijk wanneer er veel tandplak en tandsteen gevormd is waardoor er ernstige gingivitis en/of paradontitis is ontstaan. Een gevolg hiervan kan zijn dat er ernstig verlies van steunweefsel plaats vindt waardoor de tand of kies los komt te staan. Dit geeft veel last.

    Een gebitsbehandeling vindt altijd onder algehele narcose plaats. Het gebit wordt volledig gereinigd en alle elementen worden afzonderlijk onderzocht. Hierna wordt besloten of er een verdere behandeling (röntgenfoto's, extracties of glazuurherstel) moet plaatsvinden. Indien gewenst vindt er tijdens de ingreep overleg plaats om een en ander te bespreken.

    Hieronder ziet u een impressie van een gebitsbehandeling.

  • Cariës (gaatjes) komen bij de hond voor. Indien het kleine gaatjes betreft kan ervoor gekozen worden deze gaatjes te vullen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van speciaal vulmateriaal dat na uitharden een goede sterkte heeft. Door een gaatje te vullen kan het element behouden blijven. 

    Als gevolg van het bijten op harde botten of speeltjes kan er een beschadiging van het glazuur optreden. Hierdoor kunnen pijnklachten ontstaan. Met behulp van tandheelkundig vulmateriaal kunnen de beschadigingen hersteld worden waarna de pijnklachten verdwijnen.

  • Van de tanden en kiezen is alleen de kroon zichtbaar in de bek. Het grootste gedeelte van het element, waaronder de wortels, zijn niet te zien en bevinden zich onder het tandvlees en in de kaak. Om het element goed te kunnen beoordelen worden dentale röntgenfoto's gemaakt.

    Dentale röntgenfoto's maken het mogelijk beschadigingen van het element goed in beeld te brengen. Daarnaast kan met behulp van dentale röntgenfoto's beoordeeld worden of het element voldoende steun heeft van het omringende weefsel. Indien dat niet het geval is, is het advies over te gaan tot extractie om problemen en daarmee optredende klachten bij de hond in de toekomst te voorkomen.

Gebitsproblemen ontstaan door verschillende oorzaken. Honden met een korte snuit hebben vaak last van standsafwijkingen waardoor er sneller problemen kunnen ontstaan. Daarnaast speelt de leeftijd van de hond een rol. Naarmate de hond ouder wordt neemt de kans op tandsteenvorming als gevolg van het aanwezige tandplak toe. Door het tandsteen kan gingivitis en stomatitis ontstaan. 

Terug naar Hond